UFAC

De Union Francaise des Arts du Costume is een vereniging die is opgericht op inititief van mensen uit het textiel en modevak.
Sinds 1967 was Yvonne Deslandes voorzitster van de vereniging.
Vlak voor haar dood in 1986 werd ze benoemd tot coservatrice van het Museé des Arts Décoratifs, waar ze de leiding kreeg van de kostuumafdeling van het Museé des Arts la Mode,
dat in januari 1986 werd geopend.
Alle collecties van de UFAC, 8.500 modellen en 32.000 accesoires van de 18de eeuw tot nu, en ook de zeer belangrijke bibliotheek op het gebied van de mode, bevinden zich nu in het Louvre.
Het museum bevindt zich in het Pavillon de Marsan.
De bibliotheek is gevestigd in het Museé des Arts Décoratifs.

Uitnodiging

Elk jaar weer versturen couturiers en ‘créateurs’ de mooiste, gekste en origineelste uitnodigingen.
Als je met z’n honderden of meer tegelijk beroemd wil worden, moet je wel iets verzinnen dat er anders uitziet dan een gewone witte kaart (dat kunnen alleen de gevestigde namen zich veroorloven).
Jean-Paul Gaultier verzond ooit een kaart met een ingebouwd politie-fluitje, dat wanneer je er in kneep een schril geluid liet horen.
Tegenwoordig heeft hij zulke stunts niet meer nodig om gehele volksstammen te lokken.
Jean-Charles de Castelbajac verstuurt zeer mooie reproducties van speciaal hiervoor geschilderde kunstwerken (telkens een andere schilder).
Sonia Rykiel kwam ooit op het idee van een boodschappentas waarop de uitnodiging stond afgedrukt, en Chantal Thomass verstuurde eens een plastic regensjaaltje, en een andere keer een kartonnen bril met de tekst: If they won’t let you in, tell them you’re my sister.
Emmanuelle Khanh en Poppy Moreni sturen een zeer gestyleerd portret van zichzelf.
Japanners hebben het regelmatig in het papieren vouwwerk gezocht.
Maar zo gek als Jenny Meirens uit Brussel (verfrommeld zijdepapier in een kartonnendoosje) weten ze ‘t zelfs in Parijs niet te bedenken.

Ungaro Emanuel

Franse ontwerper (Aix-en-Provence 1953).

De ouders van Ungaro zijn Italianen en bij zijn vader, die kleermaker is, leert hij de grondbeginselen van het vak.
Hij trekt op 22-jarige leeftijd naar Parijs, werkt daar enige tijd als kleermaker in een klein bedrijf, en droomt ervan om hij Balenciaga te mogen werken.
‘Ik zou echt alles hebben willen doen: spelden rapen, vloeren vegen, zegt hij, ‘als ik maar bij Balenciaga binnen kon komen.’
Na twee jaar is het zover.
Het komt er in de praktijk op neer dat hij spelden mag aangeven, terwijl de meester de stoffen op de mannequins drapeert.
Uiteindelijk ontdekt Ungaro in 1965 dat ‘niets kan groeien in de schaduw van zo’n grote boom’ en hij opent zijn eigen couturehuis, samen met Sonia Knapp, die zijn stoffen ontwerpt en verantwoordelijk is voor de originele bedrukkingen van de typische Ungaro-creaties.
Binnen korte tijd maakt Ungaro deel uit van de Parijse modewereld.
De durf waarmee hij de bedrukkingen, de bloemen en de ruiten met elkaar combineert, en de originaliteit waarmee hij contrasterende kleuren gebruikt en frisse tinten met elkaar verbindt, onderscheiden hem van andere ontwerpers.
Gaandeweg verruilt hij de gestructureerde coupe van zijn vroegere creaties voor zachtere, vrouwelijkere vormen en ontwerpt hij gedrapeerde jurken die het lichaam nauw omsluiten.
Het is een beetje een vampstijl, maar dan totaal vernieuwd.
Naast zijn couture-lijn heeft Ungaro ook een luxe prèt-à-porter lijn (Ungaro Parallèle en een goedkopere (Solo Donna).

Unisex

Modewoord uit de jaren zestig.

De term slaat op mode die zowel door mannen als door vrouwen kan worden gedragen.
Vandaag zegt men eerder androgyn, of beter nog: gender-bender.

Leave a Reply